32
der verzoekeren zou overwoogen, en alle mogelijke vlijt
aangewend worden om het krakkeel in der minne te slechten
maar zulks niet kennende geschiedenzou men daar in zulke
schikkingen maaken, als voor de eere der partijen van
weêrzijden bevonden zoude worden te behooren.
«De belediger voor zijne Hoogheidof persoonen daar toege-
machtigd, gedagvaard zijnde, zou, indien hij binnen drie dagen
niet verscheenafgedankten uit den lande gebannen worden.
«De verzoekers die -men zoude bevinden al te ligt geraakt
geweest te zijn, zou men met schaamte terug zenden.
«Maar de hoon bevonden geweest zijnde de eere te raaken
zou de belediger twee jaaren in zijnen dienst geschorst wor
den, en gehouden zijn den beledigden zulke reparatie te
geevenals zoude bevonden worden te behooren. De belediger
slecht soldaat zijnde, zou, boven de reparatiedrie maanden
te water en te broode gezet worden.
«De brenger van eenen brief van uitdaging of van eene
boodschap dienaangaande, en zelfs die ’er maar kennis van
gehad hadde, zonder zulks aan te geeven daar het behoorde,
zou afgedankt en uit den lande gebannen worden.
«Dezelfde straffe zou den geene wedervaaren die iemand
uitdaagde zonder verlofen indien zijn ampt beter ware dan
dat van den beroepen, zou het aan dezen gegeeven worden;
mits dat hij van zulken qualiteit ware dat hij ’er naar mochte
staan. Maar de beroepen op de bestemde plaats verscheenen
zijnde, zou op dezelfde wijze gestraft worden als de uitda
ger, schoon dees zich daar niet hadde laaten vinden.
«Werkelijk aan ’t vechten geraakt, en handgemeen geweest
zijndezouden de vechtelingen beide hunne ampten verliezen,
en daar en boven voorbeeldelijk gestraft worden.