4
DE HAAGSCHE MUSEA.
van andere musea in ons land en in
liet Gremeente-Museum
onzen overleden
huis gaan
en op de be
de collectie Artzna zijn dood
en kan met tal
het buitenland.
De verschillende verzamelingendie de vroegere
Nieuwe Doelen” herbergt, zijn niet groot, het is
waarmaar wat klein is kan rein zijnwat gering
isis dikwerf in zijn geringheid groot.
Behalve de historische verzameling, waartoe tal
van voorwerpen van groote kunstwaarde behoorenen
de ”oude kunst”, die wat de Haagsche schilders be
treft, goed is vertegenwoordigden een belangwekkend
overzicht geeft der Haagsche schoolindien we
ten minste de leden van het Haagsche St. Lucasgilde
en der latere confrérie van Picturatot een „school”
mogen brengen, munt ook de collectie der „moderne
kunst” in het bijzonder uit.
Waar het ons doel is telken jare in dit jaarboekje
op een belangrijke aanwinst van
te wijzenkiezen we voor ditmaal het
Artz zoo kenmerkende doek Het naar
der kuddedat, de laatste aanwinst is,
langrijke veiling van
werd aangekocht.
Voornamelijk onze stadgenootendie de kern der
lezers van dit jaarboekje vormenzullen geen aan
sporing behoeven om op te gaan naar het gebouw, op
den hoek van den Korten Vijverbergom het stuk
voor de eerste maal te zien, of de kennis er mede te
hernieuwen.
Artz is Hagenaar in den vollen zin des woords
zoo door zijne geboorte in Den Haag als door zijn
werken aldaarzelfs zouden we willen zeggen zijn
kunst is Haagsch.
Leer- en studiejarenwerden door hem ook wel eens