8
DE HAAGSCHE MUSEA.
In 1617, op ongeveer 20jarigen leeftijd, gehuwd
met Elisabeth Simonsdr van Leeuwenwerd hij eerst
schoenlapper; later, na den dood van zijn vader kwam
hij met Rembrandtin het bezit van den molen, waartoe
de laatste voor de helft hypotheek gaf, doch dit recht
aan een ander over deed.
Wel is waar loste Adriaen deze hypotheek in het
jaar 1647 af, maar in 1651 moest hij weder de helft
van zijn molen verkoopen, en toen hij in 1654 stierf,
was zijn weduwe genoodzaakt ook de andere helft te
verhypoihekeeren.
Ons dunktzij zal om dien dood niet getreurd
hebben, want al schijnt het portret het beeld te geven
van een vierkanten kereluit den handwerksstand met
helder hoofd en vasten wilzoo valt niet te ontkennen,
dat meer dan de dagelijksche zorgendaarop haar
stempels hebben afgedrukt. De neus vooral geeft een
indruk van een door dronkenschap, (en we weten
het op wijntje rijmt Trijntje, versleten man. Hoe
wel het portret hem weergeeft op den leeftijd van 54
jaar lijkt hij wel 74; trouwens campagne-jaren rekenen
dubbel.
Doch wat gaat ons den persoon aanwaar het
werkde kunstin dubbele mate treft.
De studiewant meer is het nietis uit Rembrandts
meest rijpen tijd.
Slechts kort zal hij er aan gewerkt hebben, maar
in dien korten tijd heeft hij al zijn talent er aan ge
wijd, zijn meesterschap er door bewezen.
Het zijn enkel streken en vegen, maar niet één
er van of zij was raak, dat wil zeggen, Rembrandt
gooide zijn broeder op het doek, zonder slechts maar
één trek te veronachtzamen. Met vaste hand teekende