11 HET JACOBA-PBIËEL. waar liet staal haar trof. Menig lief oog wordt voch tig menig dichter spant de snaren, menig zwaarmoe dige teemt en zucht op plekkendie geacht worden historische waarde te bezitten. De dolenden Zoo is het hier, zoo is het elders. In Haarlems houte wordt telken jare op den derden Maandag in Augustus hartjesdag gevierd en de opgetogenenals zij ,,De Roos van Dekama” gelezen hebbenwijden een dronk aan Hollands gravendie onzen voorouders toestonden met stokken en steenen r e e b o k k e n en hartebeesten te dreigen en te smijten. Maar de graven, volksmannn bij uitnemendheid, hielden reke ning met het toe reeds eeuwen-oud gebruik en ston den gereedelijk toewat zij niet konden tegengaan. Want de graven gisten het niet en de massa wist het niet, dat die dag eenmaal gewijd was aan Hertha, d. i. Frigg, Odhin’s gemalin, de schoone godin, met de heldere hemelsch-blauwe oogende noorsche Juno, de koningin der godinnende schutsgodin der sterve lingen met Allfadiralvaderop den hemeltroon ge zeten de wereld overschouwende, besprekende des nienschen wel en wee. Odhin, de Aldoordringerder Grieken Zeusde vader van góden en nienschenis symbool des hemels, Frigg dat der aarde. Hun woning is Walhalla, de walhal of de doodenzaal. Als Hertha de Alvoedsterwerd zij aangeroepende godin der menschenvoedende aarde. Doelt het kerkfeest op den 15 Augustus op haar? Voor een soortgelijke dwaling wordt hier de aan dacht gevergd van den lezer; doch hiervoor is êen stukje geschiedenis niet overbodig. Ons land strekte zich eertijds veel verder uit in zee dan thans. De kust was binnenland. De lieve

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1892 | | pagina 114