16
HET JACOBA-PRIËEL.
schellek”, aan den uitgang naar Leidens straatweg.
De ingang aan onze zijde was ongeveer in het Vos
in-’t-tuintje, nog als het Jagerstraatjetot 1790 als
het Boschstraatje bekend. Ook de Maliestraat doelt er
opals zijnde het verlengde van de Maliebaannu de
Boorlaan. Het Voorhout (Lange) lag toen aan het
„westeinde van den zelven bossche.” De Prinsessegracht
is in 164-2 gegraven.
Plaatst men zich aan de achterzijde d. i. de oude
hertenkampvan het' akerland of den koekampbij
de boschwachterswoningdan heeft men recht voor
zich de Groote Beukenlaan, hedendaags Jacobalaan
genoemd, die bij de Societeitstent eindigt. De weg
links is het Kerkpadwaarnaast het Kerkslagthans
een grintweg. En pad èn slag loopen bijna in rechte
lijn tot het boschhekmaar het slag buigt voorbij het
Huis Ten Bosch links om naar den straatweg Dit slag
is ook bekend onder den naam van Heerepad, d. i.
het pad van den heer graaf, evenals heerweg geen
betrekking heeft op heir of leger, want de graaf was
eigenaar van den grond met alles wat er op en er in
is. Vóór men aan de tent komt, ziet men een recht
laantjevan ouds de Carolineburglaanrechts op een
bruggetje, links over de sloot op het kerkpad uitloo-
pende. Aan het eind der Groote Beukenlaan tegenover
de Sociteitstent aan het Kerkpad, tusschen de Caroli
neburglaan en het bruggetje bij den Venusheuvelge
halveerd door de slootals het ware ingesloten door
beide brugleuningenbevindt zich een klein en nietig
bosschaadje, jammerlijk overschot van het schoone
Jacoba-Priëel, door het terras om de tent en de
breede voetpaden tot een rudiment of schijntje ver
schrompeld.