27
1450.
1475.
1497.
1508.
1556.
1524.
1542.
NAAM- EN OPVOLGINGSLIJST, ENZ.
Jaartallen. NAMEN DER PASTOORS.
Door deze tijdsopgave wat ruimer op te
vattenworden wij ook in staat gesteld
de gaping aan te vullenwelke anders
tussclien dezen pastoor en den volgenden
ontstaan zou.
Pieter de Rijke of Pieter Rijk ook
Pieter de Rijcke. De Riemer geeft op
14401469. Dit laatste jaar is zeker
niet als het laatste van zijne bediening
te beschouwenwant uit een contract tus-
schen hem en zijn opvolgerwat te vinden
is in de Bijdr. v. d. B. v. H. II pag. 236,
blijkt, dat hij eerst in 1475 „midtszijnre
outheit, crancheit ende onuermogentheW'
zijne bediening heeft nedergelegd.
Paulus Gerritsen Heusden. In het
voornoemde contract wordt hij genoemd:
„Pauwels Gheryts sone." De Riemer schrijft:
Paulus Gerritz van Huesden en geeft hem
het jaartal 1482 waaruit blijkt, dat hij
in dat jaar zijne bediening nog uitoefende.
Jan Huygensz. Zie Bijdr. v. d. Gesch.
v. h. B. v. H. II pag. 416.
Nicolaas Baldewijnsz. of Claes
Bouwenszoon. Deze was hier nog in
1514.
Johan van Duivenvoorde.
Huybrecht Byl. Deze komt ook nog
voor in 1548.
Jan Harmensz.