28 NAAM- EN OPVOLGINGSLIJST, ENZ. Jaartallen. 1561. NAMEN DER PASTOORS. Vincentius Hugonis Muloch. De Riemer neemt voor dezen naam ten on rechte twee personen t. w. Vincent Hugo en Vincent Muloc. Deze Pastoor Muloch beleeft den tijd der Hervorming en ondergaat de gevolgen daarvan. Hij werd uit zijne kerk en pastorie verdreven, waarschijnlijk in het jaar 1574. Volgens de Batavia Sacra overleed hij in Mei 1585. Thans komt er een tijdperk van twintig jaren, waarover men eenigszins twijfelen kan. Van 1585 tot 1605 vinden wij niemand, die uitdrukkelijk als Pastoor van Den Haag wordt vermeld, of uit wiens handelin gen men met volle zekerheid op kan maken, dat hij de Pastoor geweest is. In 1585 is Pastoor Muloch gestorven in 1605 is Pastoor Kenniphove benoemd. Deze twee zijn dus uitgesloten; geen van beiden kan hier dienenom die twintig ledige jaren of een ge deelte daarvan aantevullen. Het is intusschen niet waarschijnlijkdat de pastoreele zetel van ’s-Graven- hage al dien tijd vacant is geweest. Dit zullen wij trachten aan te toonen en tevens met groote waar schijnlijkheid den persoon aanwijzendie in dien tijd de pastoreele functie alhier heeft uitgeoefend. Inderdaad, het is moeilijk aan te nemen, dat de parochie van den Haag zoolang zonder Pastoor zou gebleven zijn. Aan een kerkelijk overheidspersoondie bevoegd was er een te benoemenontbrak het niet want Z. D. H. Sasboldus Vosmeer was reeds twee jaren voor den dood van Pastoor Muloch, in 1583, tot Apostolisch Vicaris dezer gewesten aangesteld. De

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1892 | | pagina 131