31
NAAM- EN OPVOLGINGSLIJST, ENZ.
zoo bedreigde parochie zijne krachten
des noods zich zelven daarvoor op te
belangrijke en
te wijden en
offeren De heldhaftige toewijdingwaardoor vele pries
ters in die tijden hebben uitgemunt, de zelfopoffering,
waarmede zij zware geldboetengevangenisstraf ver
banning en mishandeling zelfs trotseerden om in de
geestelijke behoeften hunner geloofsgenooten te voorzien,
is genoeg bekenden het zou dan wel wonder zijn
als geen van hen moed genoeg had bezeten om de
pastoreele functie van den Haag op zich te nemen.
Intusschen is het wel opvallenddat wij eerst na
bijna twintig jaren den Vicarius Apostolicus alle moeite
zien doen om aan Pastoor Mulo.ch eenen opvolger te
geventerwijl er van eene vroegere pastoorsbenoening
nergens eenig spoor schijnt te vinden te zijn. Kennip-
hoveop wien zijne keuze vielwas niet gemakkelijk
tot het aannemen dezer benoeming te bewegenen
opmerkelijk is het al wederomdat er bij al de po
gingen welke daarvoor gedaan moesten worden geen
enkelen keer gewag wordt gemaakt of iets doorsche
mert van eenen Pastoordie overleden isof wiens
zetel, op welke wijze dan ook, is opengevallen. Er
schijnt inderdaad in die vorige jaren geen eigenlijke
opvolger van Pastoor Muloch geweest te zijn. Hoe dit
te verklaren Er was een pastoor noodiger was er
hoogstwaarschijnlijk wel een te vindenzou Sasbold
Vosmeer dan toch, in weerwil daarvan, de parochie
van ’s-Gravenhage zoolang en onder zulke omstandig
heden zonder herder hebben gelaten
Deze moeilijkheid verdwijntwanneer wij aannemen,
dat Sasbold Vosmeer zelf, de Vicarius Apostolicus in
eigen persoongedurende dien tijd de pastoreele zorg
voor de Haagsche* parochie op zich heeft genomen.