32
NAAM- EN OPVOLGINGSLIJST, ENZ.
cle Parkstraat wordt Sasboldus
van Den Haag vermeldechter
Bij Van Stockum (’s-Gravenhage in den loop der tijden) lezen
wij: „Toen nu het jaar 1574 het gebruik van de Groote of St.
Jacobskerk aan de R. C. was ontzegd, hielden zij aanvankelijk in
’t verborgen godsdienstoefening, ten huize van den heer deLaFarre
van Valkenisse in het Westeinde, bij wien een geestelijke Sasbout
Vosmeer, inwoonde en den dienst verrichtte.1’ Dit „de La Farre”
zal wel eene vergissing’ zijn, en „de la Torre” moeten wezen.
Verschillende redenen pleiten er voor, dat hij dit wer
kelijk gedaan heeft. Na den dood van Pastoor Muloch
verlaat hij Delftwaar hij zich in het huis zijner ouders
verscholen hield, en komt naar Den Haag. Hij woonde
hier in het huis van den heer de La Torre Heer van
Valkenisse welk huis stond aan de noordzijde van
het Westeinde dicht bij de Vleersteeg. Waarom kwam
hij juist toen naar Den Haag? En zoo het niet was
om er zelf als Pastoor te fungeerenwaarom heeft
hij dan geen ander benoemd. Dit was toch zijn plicht
geweest, dit had hij kunnen en moeten doen. Waarom
begint hij met Kenniphove te onderhandelenzoodra
hij zelf wegens een tegen hem uitgesproken banvon
nis niet meer in Den Haag kan blijven Schijnt het
nietdat door zijn vertrek de pastoreele zetel van
’s-Gravenhage vacant is geworden Deze redenen maken
dunkt onsde veronderstelling niet gewaagddat
.Sasboldus Vosmeer zelf in dien tijd de Pastoor van
’s-Gravenhage is geweest, of zoo men hem om zijne
hooge waardigheid al niet den naam van Pastoor wil
gevendan tochwat op hetzelfde neerkomtde pas
toreele zorg en verantwoording ten behoeve der katho
lieke Hagenaars op zich heeft genomen.
Ook in de kerk van d 1
Vosmeer als Pastoor