tooi it
L IJ K S C H O U W.
Op den lOen October 1589 werd „onnoselick in de
Duynen onder Loosduynen versmoort doot gevonden”
Arent Dirckzoon van wijlen Dirck Dircksz.
Naar het gebruik dier dagen kwam er heel wat
kijken eer dat het lijk vervoerd wasen aan de aarde
mocht worden toevertrouwd.
De rekening er van is bewaard geblevenen is
niet onaardig om verkort weêr te geven.
Er werd een bode gezonden naar den „Officyer
(dye dutmael tot Naeldwyck was) omme hem te ver-
soucken dat hem gelyeffde (soo haest mogelick ware)
den doode te bescliouwen.” Het loon van dien bode
bedroeg 10 stuivers.
Willem van Sonnenberch, Baljuw van Monster en
Monsterambachtdeed de lijkschouw, „ter presentie
van welgeboren mannen.” Daarvoor, „mitsgaders over
’t recht van de tyen pont (gulden) hem als Officyer
van weegen de dode hant competerende by forme van
moderatie thoegeleyt” zeven gulden.