AMBTEN IN DE FAMILIE.
Een eigenaardig voorbeeld van wat Jonkheer Jacob
de Witte van Citters in zijne studie Contracten van
correspondentien enz. ambtsbejag noemtgeven een
paar archiefstukken uit ongeveer het midden der 17e
eeuw.
In eene „memorie”2) schrijft P au wel van Lanschot:
„ben ick op 2 December 1631 op het fort Sgraven-
weert gecomen metter woon.” Hij bekleedde de functie
van „Gommis van de Ammunitie en de Vivres” op dat
fort. Deze Pauwel werd door het springen van een
stuk geschut gedood, en nu staat er op 26 Juni 1634 in
dezelfde „Memorie” te lezen: „Ben ick Willem van
Lanschot Gommis geworden in mijn broeder Pouwel
van Lanschot plaetse.”
Ook deze Willem van Lanschot stierf. In Septem
ber 1644 wordt zijne weduwe genoemd. Hij werd ech-
’s-Gravenhage, 1873.
-) Deze „Memorie”, tevens een soort geslachtslijst, is afgedrukt
in „c7e Nederlandsche Leeuw" van 1891.