1
67
HET DOOPBOEK VAN DE KAPEL VAN EIK-EN-DUINEN.
Delft
deze kapel verbonden geweest,
de geestelijkheid
de kapel te behou-
tot eykendïine met allen gronde en rechte die dair toe
behoren in manieren, zoe wanneer heer florensdie nu
die capélrie heeft, stervet of dat hise vrielike opgeuet
datse dan die abt dair senden sal doen vdiene met
ene synre canoenken. En dat hi sal verwerven an den
biscop van Utrecht dat dese capelrie worde enepchikerke.'’
(De oorspronkelyke charter berust in ’t provinciaal
archief van Zeeland te Middelburg.)
Jan van Diest, bisschop van Utrecht keurt op St.
Joris 1327 de stichting goed, en verheft op Sb Pan-
thaleon van 1331de kapel van Eik-en-Duinen tot
eene parochie-kerkdeze verheffing was in 1326 reeds
verzocht.
Bij resolutie van de Staten van Holland in dato
2 September 1580 werd de kapel als overbodig, afge
keurd en voor f 180 verkocht om te worden afgebro
ken, hetgeen in 1581 dan ook geschiedde, nadat de
verschillende verzoekenzoowel van
als van de leden der gemeente, om
den, door de HH. Staten van de hand werden gewezen.
Zie hierover de Riemer, beschrijving van ’s Gra-
venhageen Oudheden van Delft en Delflandtuitge
geven in de 18e eeuw.
Als geestelijken aan
zijn bekend
Aü. 1323, 20 Jun. Andries, „priester en canonic in
het klooster té Middelburg in Zeeland en
cappellaen te Eijckenduyne.”
A". 1326, Heer Florens.
A°. 1338, Roland, kapellaen te Eijckenduyne.
A°. 1347 Boudewynrector derkapelreteEyckenduyne.
Au. 1387 dingsdag na OculiLaurens Gillesz, can.
te Middelburg door den abt voorgedragen