68
HET DOOPBOEK VAN DE KAPEL VAN EIK-EN-DUINEN.
tot de bediening der kapellery te Eijcken-
duyne.
Als laatste pastoor vóór de hervorming komt voor
Joannes Drisiusdie tevens kapelaan was aan de St.
Jacobskerk te ’s-Gravenhage.
In ’t laatst der XVIIe eeuw kreeg Eik-en-Duinen
weder een catlioliek kerkje en een eigen pastoor. Zeer
waarschijnlijk was de eerste Pieter Snyders, die dan
ook het doopboek heeft aangevangen, waarvan ik hier
onder een afschrift geef. In de Oudh. van Delft en
Delfland!” staat van hem aangeteekend .een Haarlem
mer, volkomen lachelier, in de Godtkunde, die te Eiken
duinen overleden is 3 Juni/ 1695", terwijl in meerge
meld doopboek, de volgende aanteekening van zijne
hand voorkomt .ego bapt sum 6 Maji 1663, presbyter
ordinatus 16 Jun. 1688."
Op hem volgde Aarnout van Winden „Hagenaer,
en Leuvensch godgeleerde”, die den 28 Fehr. 1701
overleed, waarna Joannes Blo(c)kgeboortig van Gouda,
den dienst waarnam. Deze komt voor op de lijst der
refractairs in dato ‘21 Juli 1716, als zijnde toen 30
jaar. Door zijne aansluiting bij de partij der Jansenisten
bezocht in het vervolg het grootste gedeelte der in
woners van Eik-en-Duinende ktfninklyke Spaansche
Kapel in het H. Westeinde (de tegenwoordige H.
Theresiakerk), zooals dan ook duidelijk uit de doop-
en trouwboeken dier kapel blijkt. (Zie de Gesch. dezer
kapel door P. G. Bongaerts S. J. en Burgmeyer,
Kerkgesch. v. Nederland.)
Het bedehuis van Eik-en-Duinen kwam daardoor
dan ook in het bezit der Secte, totdat in 1807, zich
geen Jansenisten in het dorp bevonden en de kerk
ongebruikt bleef. Eerst den 20 Juli 1832 werden door