76
EEN HAAGSCH BINNENHUISJE DEli 17e EEUW.
Heden echter was haar man niet de tijding thuis
gekomen van de wachtdat hij binnen weinige dagen
met de troepen scheep zou gaanen zich gereed moest
.houden om daartoe naar een der zeehavens te marcheeren.
Hoe vriéndelijk liet zonnetje ook scheenen speelsch
en dartel als het is, door de in lood gevatte ruitjes
naar binnen drong, in de harten van man en vrouw
was het donker en vol schaduw.
Had immers Cornelia hem niet kort te vorenmet
een blos op het gelaat, kond gedaan, dat zij aan het
kindergoed moest denken, en wat hadden zij samen
op dat vooruitzicht geen luchtkasteelen gebouwd!
En nu lagen al die kleine en grootere plannen voor
goed in duigen.
Want wie kon hun voorspellendat La Roy, eenmaal
ten oorlog uitgetrokken op het tijdstip dat zijn vrouw
moeder werdterug zou zijnen haar kon hij staan
in het moeilijke oogenblikwie kon zeggendat hij
zelf' wel ooit zou terugkeeren?
Wel trachtte de moeder van Cornelia haar dochter
en haar schoonzoon gerust te stellen of moed in te
sprekenal kostte dit haar zelve een ongekende zelf
verloochening maar het middagmaal smaakte minder
dan andersen de bierkroes moest telkens worden gevuld
met het dunne bierom de spijzen gemakkelijk naar
binnen te doen glijden.
Als een loopend vuur ging het op de Geest rond
dat Pieter naar Hellevoetsluis op marsch moest, en
daar scheep zou gaan.
Waarheen Men wist het niet. Men vroegmen
raaddemaar niemand kon het zeggenen zelfs de
bode van den Magistraathet orakel van het Duvéls-
lioeekie, zooals het slop genaamd was, waarin de woning