88 zoo de koorkinderen hun kostelijkste gewaden. schitterende stoetdie onafzienbare en lagere personenin de bontste van gewaden en EEN' HAAGSCH BINNENHUISJE DER 17e EEUW. omen droeg de orde van St. George. Zijn sleep werd gedragen door den „Meester der Tabbaarden,” geas sisteerd door de Lords Eland WillougbijLansdowne en Dunblaine; „ondersteuner van Zijn Majesteit was de Lord Bisschop van Winchester, en ter zijde gingen deszelfs Loontrekkende Edellieden.” Tambours en trompetters gingen den stoet vooraf; dan volgden de Kanselarij-klerken in hun tabbaarden van zwart gebloemd satijnmet zwarte zijden lussen en kwasten. Het scharlaken rood der mantels van de Kapelaans die de „Bedieninge” hadden, stak schril af bij de glin sterend zwart zijden en fluweelen kleedij, hunner voorgan gers. Zij hielden hunne vierkante mutsen of baretten in de handen. De sluiers golfden op den fijnen voorjaarswind. Alsnu volgden alle grootwaardigheidbekleedersde Riddersde Edelliedenzoo Dames als Heerende Schildknapende koorkinderentwee Herautenin 1 Het was een rij van hoogere kleurenmengeling van gewaden en hoofddeksels. De scharlakenkleur behield echter de hoofdtoon maar het rijk verguldsel der kragen de zwart fluweelen opslagende statierokken der Herautende prachtige zijde en fluweelen kleederen der Damesdit alles verbrak het eentonige, en gaf een waas van harmonie aan het geheel. Schitterend was ook de stoetdie zich vormde om Prins George van Denemarken. Zijn sleep werd gedragen door zijn meester van de Tabbaarden. Achter den Prins schreden voort „2 persoonenverbeeldende de Hertogen van Aquitanien en Normandyen; namentlijk Sir Purbeck

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1892 | | pagina 191