92
menigte.
gelukkig; anderen vreesden
en ontweken het gejoel
den volgenden dag liooge
toch blijde niet het uiterste
er één onder ’t te grabbel
EEN UAAGSC'H BINNENHUISJE DER 17° EEUW.
de Koningin van
lijke zetels geleid. Het zwaard werd overhandigd. De
scepters en kronen werden hen in de hand gegeven
en op het hoofd gedrukt. De zalving had plaats.
Daar ging een juichtoon op van het volk in de
kerkdoor de openstaande deuren drong die toon naar
buiten nadat zij zich in de breede en hooge tempelbogen
had voortgeplant, en bereikte het oor der menigte,
die saamgepakt stond om zoo straks den terugtocht
wederom te aanschouwen.
Een eindeloos jubelen begeleidde het geluid van
tamboers en trompetters onderwijl het geschut donderde
en de klokken dreunden.
De kroning van den Koning en
Engeland had plaats gehad.
De Bisschoppen, en na hen de andere geestelijken,
brachten het Koninklijke paar hunne huldedoor den
Koning en de Koningin beiden op den linkerwang te kussen.
Er was nu beweginggolving gekomen in die
groote menschenmassadie ter kerkdeure uitvlood
maar eensklaps houdt zij weder standhet wordt een
dringen, een wringen, een bukken grijpen en vangen,
waarbij men zich afvroeg of er niet enkelen zouden
worden doodgedruktof niet velen met gebroken beenen
of armen zouden nedervallende Schatbewaarder van
’s Konings Huis strooide de penningen ter gedachtenis
der kroning onder de
Ieder trachtte een penning machtig te worden.
Sommigen waren zoo
in het gedrang om te komen
en gewoel. Zij besteedden er
prijzen voormaar waren
te hebben gewaagd om
gooiente bemachtigen.