102
EEN HAAGSCH BINNENHUISJE DER
17c EEUW.
Het port, ook wel afgewisseld door .loont den
bode,” was de tegenstelling van het tegenwoordige
franco.
Het „sito” vinden we, na twee eeuwen, nog
dikwerf terug op de brieven van onze dienstboden aan
hun toekomstige eega’s, en omgekeerd.
Zeer zeker heeft de ontvangst van dezen brief in
het Duvelshoekje” vreugde gegeven, al moest de port
ook met schellingen (stuivers) betaald worden.
Er blijkt ook uitdat La Roy gaarne de feeste
lijkheden der kroning in ruil had willen geven om bij
zijn vrouw in Den Haag te zijn.
Ook deze brief staat alleen. Enkele zaken blijven
dus onopgehelderd: zoo bijvoorbeeld „als dat gy wel
over zyt gekoomen.”
Ik waag een gissingen die is dezedat Cornelia
haar Pieter te Hellevoetsluis is gaan bezoekentoen
hij aldaar voor de tweede maal lag om uit te zeilen
en dat haar goede overkomst (want in die dagen
was zulk een reis geen zaak van klein gewichtmen
nam immers afscheidzooals nu voor Indiewanneer
men van Den Haag naar Amsterdam trok)hem
door ’t lang onderweg blijven der brieveneerst later
gebleken hem aanleiding gaf, om er zijn vrouw mede
geluk te wenschen.
Inmiddels naderde de tijd dat Corneliazijn huis
vrouw moeder zou worden.
Pieter was en bleef te Londenhij ontving geen
gageen ‘t arme huisgezin moest dus van de hand in
den tand levenhoeveel moeite ook werd gedaan om
rond te komen.
Toen dan ook de doopplechtigheid in de Nieuwe
Kerk van Johanna Maria La Roy was afgeloopen