114 Ende sal niemant hem aldaer met voorszspel wil lende oeffenen vrij wesen van de voorszdrie stuijvers dan sijne PrincelExtie ende desselfs lieer broederen. Ende ten eijnde de pachter in sijn voorszpacht te beter mach werden gemaincteneertsal van wegen de Graefflijcheytop de palen die op elcke sijde van de yemant van hem selven yet meer goetwillichlich gave, ende dit op een boete van drije ponden van XL groon (grooten) ’t pondt. Soe yemant onwillich ware de voorszgerechticheyt te betalen sal daer voren datelijcken moghen werden geexecuteert, t sij met affneminghe vant opperste cleet oft andersints. De pachter zal van gelijcken schuldich wesensijne voorsz: huijre geduijrende, goede toesichte te nemen op de delen ende palen aldaer wesende ende zoe daer eenighe delen aen stucken gesmeten mochten werdende selve terstont wederomme doen repareren tot sijne costen. Die een Malie sal willen huijrensal daer vooren telkens als vooren betalen drie stuijvers. De pachter sal oick gehouden wesen de voorsz bane sijn huijre geduijerende te onderhouden in behoirlijcke reparatie de cuijlen ende oneffene plaetsen daerinne commende te effenenen vullen in sulcker voughen dat men de selve bequamelijck sal moghen gebruijcken ende besighensonder ter cause van dien eenighe cor- tinge aen sijne belooffte pacht te moghen doen. CONDITIËN EN DE VOOBWAEIIDEN, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1892 | | pagina 217