11
uitkomsten, die verkregen waren sedert het publiek maken van
het stukje «Schrijf toch niet ’s Hage», in ’t Haagseh Jaarb. voor
1890. Ja ’t gezag van den schrijver er van, den Hoogleeraar
Br. J. Verdam, weerhield zelfs de groot® bladen niet om dit
leelijke woord ’s Hage te blijven gebruiken.
Hij wees nog op de verwarring met Schagen, en over meer
dergelijke belachelijke afkortingen.
Na eene gedachtenwisseling, waarbij gewezen werd op het
willekeurige streepje tussehen de s en de G van ’s-Gravenhage,
te danken aan den Heer de Vries, in de regelen zijner nieuwe
spelling gegeven, werd het bestuur gemachtigd alle pogingen in
’t werk te stellen om het gewraakte misbruik tegen te gaan.
De heer J. de Fremery te ’s-Gravenzande aan het bestuur de
mededeeling gedaan hebbendedat in de kronyk van Jan van
Naaldwijk eene school in de Kerkstraat te ’s-Gravenhage van het
jaar '1475 vermeld wordt, welke straat echter op geen der oude
kaarten te vinden is, zoo werd het vermoeden geopperd, dat met
deze straat bedoeld wordt de tegenwoordige Schoolstraat.
Di'. Krul deelde vervolgens eenige belangrijke bijzonderheden
mede omtrent Doctor Thomas Sehweneke en de toestanden op
verloskundig gebied van de vorige eeuw over den strijd tegen de
onkunde der vroedvrouwen en de soms onmenschelijke behan
deling waaraan de patiënten van deze laatsten blootgesteld waren,
waarhij tevens door den voorzitter werd opgemerkt, dat Doctor
Hendrik van Deventer de eerste is geweest, die pogingen heeft
aangewend om de verloskundige hulp te verbeteren. Een steen
te zijner nagedachtenis prijkt dan ook in zijne vroegere woning
op de Amsterdamsche. Veerkade.
De voorzitter deed uitkomen, dat wenschelijk was, dat ieder
der werkende leden van deze vereeniging zich een afzonderlijk
arbeidsveld zoude kiezen, waarna de heer Goedkoop te kennen
gaf, dat hij zich bezig hield met de geschiedenis der Haagsche
magistraten.
Naar aanleiding van eene begrafenisrekening van kapitein Wil
lem Does, uit de papieren der wees- en momboirkamers alhier,
op het oud archief voorhanden, vraagt de voorzitter inlichtingen,
omtrent eene som, uitgetrokken wegens geleden schade, voor het
doopen te Scheveningen als middel tegen hondsdolheid. 2)
De voorzitter plaatste daarop een stukje hier achter bijgevoegd
in den Gen jaarg., 6e ad., blz. 361. van Vragen v. d. Dag.
2) Zie Ter begrafenis, door A. J. Servaas van Rooyen, in De Huis
vriend, Greïll. Maandblad 1891, bl. 158, e. v.