12
J) Zie bladz. 59 e. v. van het Mengelwerk.
liet bleek dat liet gebruik om mensehen, die door een dollen hond
gebeten "waren, plotseling in het water te dompelen, in vorige
eeuwen vrij algemeen, als een oud volksgebruik is te beschouwen,
en dat het ook als eene oude methode door Doctor Stalpert van
der Wiele beschreven is. Ook in Noord-Brabant is deze gewoonte
in deze eeuw nog wel eens toegepast, gegrond op de stelling,
dat gevaar voor watervrees, door eene dompeling in water moet
overwonnen worden.
De heer Vorsterman van Oyen een oud stuk medegebracht
hebbende betreffende de inrichting van eene apotheek, stelde dit
in handen van het bestuurslid Dr. Krul ter onderzoek of daarin
ook iets belangrijks voor deze vereeniging te vinden was.
Dat er ook in de oude archieven van andere plaatsen nog wel
iets betreffende ’s-Gravenhage gevonden kan worden, bleek uit
eene mededeeling van den heer Galand, die indertijd de rent-
meestersrekeningen van Zeeland raadplegende, in eene rekening
van 1368/69 vermeld vond, dat de Grafelijkheids-molen, die te
Brouwershaven stond, op last van den Graaf afgebroken en in
een schip gebracht werd, niet last dien naar ’s-Gravenhage te
vervoeren, om aldaar weder opgebouwd te worden.
Voor zoover de rekeningen zulks toelieten, daar niet alle meer
voorhanden zijn, bleek dat dit schip te Schiedam is aangekomen.
De heer Vorsterman van Oyen gaf in overweging of het niet
geschikt zoude zijn eene lijst aanteleggen van bekende en be
roemde Hagenaars en boekdrukkers, waarop de voorzitter mede
deelde, dat op het oud archief alhier een oud boekverkoopers-
gildeboek voorhanden is, waarin tal van levensbijzonderheden
voorkomen terwijl hij reeds bezig was, naar aanleiding van het
werk van den heer Ledeboer over boekdrukkers enz., aanteeke-
ningen te verzamelen niet alleen van de Haagsche, maar ook van
de Leidsche en Delftsche boekdrukkers en boekverkoopers.
De heer Hageraats brengt ter sprake het handschrift van het
fundatie boek der groote of St. Jacobs kerk te ’s-Gravenhage,
door Mulock bijeengebracht, en bespreekt de wenschelijkheid dat
dit handschrift gedrukt zoude worden.
Hoewel algemeen de belangrijkheid van dit geschrift beaamd
wordt, kan er tengevolge van de groote onkosten voorloopig niet
aan gedacht worden, dit voor rekening van deze vereeniging uit
te geven, maar misschien kon dit wel gedaan worden door het