13
Zie bladz, 116, e. v. v. h. Mengelwerk.
2) Zie Bibl. Adversaria. Tweede reeks, I, afl. 6, 7.
Bisdom Haarlem of Utrecht of door het Historisch genootschap,
gevestigd te Utrecht.
Van den heer van der Endt is eene vraag ingekomen betreffende
de plechtigheden voorgeschreven bij het vieren van de uitvaart
van generaal Lazare Hoche in '1797. Welk symbool, zoo vroeg
hij, ligt er in het planten van populieren en het dragen van
eiken takken bij die uitvaart.
Hoewel niemand hiervan eene verklaring kon geven vermoedde
de heer Vorsterman van Oyen, dat de eiken takken zouden
gediend hebben als een militair eerebewijs.
De voorzitter verzoekt, naar aanleiding van eene ten geschenke
ontvangen lijst van geschiedkundige zeldzaamheden, betreffende
Johan van Oldenbarnevelt, enz. enz., alles verkocht op'19 Augustus
1829 te Gorinchem, of de leden ook kunnen opsporen waar o.
a. gebleven is de gouden ring door den landsadvocaat Johan
van Oldenbarnevelt aan zijn bediende J. Franken vereerd, zoo
mede de andere daarin genoemde voorwerpen. Hij meent, dat
de Vereeniging »Die Haghe« voor ’s-Gravenhage kan zijn en
worden, wat de Vereeniging Rembrand is voor geheel het land:
het opsporen, en bewaard doen blijven van belangrijke voor
werpen van kunst en voor geschiedenis.
De voorzitter deelt mede, dat voor het oud archief is aan-
gekocht een hoogst belangrijk werkje, te noemen het eerste
adresboek van ’s-Gravenhage, getiteld Guide de la Haye in
1705 uitgegeven: de beschrijving van Den Haag beslaat slechts
een klein deel. Zoo niet een unicum is het hoogst zeldzaam. 2)
Op de vraag van den heer Tideman of de vereeniging ook
boeken aankoopt, antwoordt de voorzitter ontkennend, maar de
werken die de leden aan haar ten geschenke geven zijn welkom.
Naar aanleiding van de brochure van Jhr. de Stuers vraagt
de heer Hageraats of Prins Willem I ook op het Binnenhof
gewoond heeft, welke vraag door den voorzitter bevredigend
beantwoordt wordt, verwijzende naar wat hij schreef in het
Haagsch Jaarb. voor '1889, bl. 48, e. v.
Ten slotte deed de voorzitter het verzoek aan allen om door het
aanwerven van buitengewone leden en donateurs de vereeniging
in een bloeienden toestand te brengen. Door het vermeerderd
ledengetal zal het mogelijk zijn mededeelingen uit te geven, als