VI van ’s-Gravenhage uit de bronnen te leeren kennen en te doen kennen, zal daartoe kunnen medewerken. Die Vereeniging heeft het Jaarboekje als haar or gaan aangewezen. Hare officieele stukken zullen daarin worden opgenomen. Hare werkende leden hebben, in de eerste plaats, hunne bijdragen voor het Mengelwerk" toegezegd. Met moed en lust heb ik dus op nieuw deze taak aanvaard. Dank aan allen, die mij steunden in mijne pogingen. Moge deze nieuwe Aera 't aanvangspunt zijn van den bloei van het Jaarboekje, waarmede die der Vereeni ging: „Die Haghe", moge samenvallen. ’s-Gravenhage Mei 1891.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1892 | | pagina 9