7
HAAGSCHE EN AJIISFOOBTSE KRUKKENDANS.
beteekent, waarvan a hem ontbloot (a-privans), zoo
heeft de man zichzelven geoordeeld. Ik zeg vijfden
man, want ook Katarijne Lescalje gaf een echt juweeltje,
flonkerend en glanzend.
Onder de prullaria nu waren er twee, die zeer
de algemeene aandacht trokken, namelijk Troos-
teloseT roost van Helvetius en T r a n e n van Visvliet.
Daar beide heeren op hun rijmelarij pedant en trotsch
waren en voor dichters van naam wilden gehouden zijn,
kon het niet missen of het regende spotverzen. Wel
licht is nooit ofte nimmer een pamflet of schotschrift ver
schenen, dat zooveel opziens gebaard en geruchts heeft
gemaakt, als de tegen hen geschreven Haagsche en
Amisfoortse Kr ukken dans, waarvan weldra
een tweede deel of vervolg verscheen. Het eerste is
de Westfaalsche en Hollandse he (Helvetius,
zekere Hagenaar, zich noemende Abrah. Arondeus en
Visvliet); het tweede Waalsse, Westfaalse, Hol
landse en Stichtse olipodrigo, (Helvetius,
Visvliet, de haarlemmer koster J. Maas en Jan van
Hoorn „woonende te Uitrecht in de Lange nieuwstraat”).
Al zou het zeer aardig zijn die personen te schetsen,
voor het oogenblik zij het voldoende te weten, dat
Jacob Visvliet op een tractement van f 500 ’s jaars
onder-predicant of hulpprediker was te Amersfoort en
ergens in het Gooi is geboren. Hij lijmde twee rijmen,
waarvan de Tranen zóo den lachlust opwekten, dat
zij twee malen de pers bevochtigden. Beide uitgaven
heb ik voor mij. Op den titel van den tweeden druk
staat achter den naam „S. S. Th. Prop.” d. i. propo
nent der heilige godgeleerdheid, en op den eersten
„Na de Copy tot Amersfoort.” Aanvankelijk is het
onmogelijk te gelooven, dat de man in vollen ernst