8
HAAGSCHE EN AM1SFOORTSE KBUKKENDANS.
Nae PARIJS geen LOUYSnae ’t PARADIJS de prijs
Van sulck een LIJS so sterck, oprijsende wijs en grijs.
Kantteekeningenp a r a d ij s. Grafschrift der Rab
bijnen Sijn ziele zy opgebonden in Eden. Amen, Amen,
Amen. L ij s. Coningin Elizabeth, sterk in ’t be
schermen vande Nederlanden tegen PhilippusGrijs
om ’t gevaar des doots en heerlijke en lange regering
Wijs in ’t herstellen van de wijsheidt Gods. Wijs
en grijs: Besa wijs en grijs.
In de berijmde Verdedigingh heet het:
Heeft Paris doe Hcleen geschaakt: hier geen Louijs
MARIA nae Parijs sluickt: maer na ’t PARADIJS.
Hoe dwaal’ en maal’ ik soo? Is dan haar va’ar die blixem?
Is dan, is dan, is dan, maar 'k vind geen woord op ixem, enz.
Op b 1 i x e m wordt aangeteekendAls een blixem
doorschitterde hy Duystland. De tweede uitgave Duyts-
land. Het rijmwoord viel Vondel in op het Muider-
slot: een vrijend paartje ziende, riep hij den vrienden
toe. die, evenals Visvliet geen woorden konden vinden
Hei! wat bliksem.
Kijkt, wat lick’ z’em!
heeft geschreven; alles doelt op spotternij of beetnemerij
in den trant van Piet van Os zaliger. Herhaalde studie
vooral zijner tijdgenooten vestigt eindelijk de over
tuiging, dat hij met zichzelven hoogelijk ingenomen
en akelig pedant moet zijn geweest. Na een paar staaltjes
moge hij rusten in vrede.
Ick sugt, ick peys, ick stiff, ick mijmer, ja ik quijn,
lek weet niet wat ick segg’, ick rijmer had ik wijn:
lek hadse wel van doen,-