9
HAAGSCHE EN AMISFOOBTSE KRUKKEND ANS.
Schiet, voor den blixem!
Anders snapt Six ’em.
Aan Visvliet waren de Tranen zóo dierbaar, dat
hij twee verweerschriften in de wereld zond, een in
proza (8 bh 4°) met het motto
en éen op rijm (16 bl. 4°), waarvoor hij „tien silvere
dukatonnen” (f31,50) honorarium op hand zou genoten
hebben, met het bijschrift
Zou De Schoolmeester bij hem zijn geschoold?
Na deze staaltjes kan men met volkomen recht instemmen
met een tijdgenoot
O doramen domine! ’k wil seggen Proponent!
Neen liever halve Gek, of heel’ of daar ontrent.
Ey lieve Vrienden, hoord en ziedt,
De Goeje Verse deugen niet,
De Wereld is dog nu zoo boos,
En daarom schrijf ik dit in Proos.
Daarin zegt hij o. a.
Ei lieve vrienden, hoort en siet
’t Vergalde Proos dat deuge niet,
De boose weereldt leght in swijtn;
En daarom schrijv’ ick dit in rijm.
Hoe wijs is Visvliet hier: ei wat voor kragt’ge saaken?
Wanneer het blixemend’ en donderend’ geluyt
Des doods der koningin wierd op een schorre fluyt
Met bevend’ hand, en mond, en met geworgde kelen
Getrammeleerd (weg fluyt in ewighyt met quelen, enz.
Ook een der heeren van het jachtgezelschap vanjhr.
Six, door een vóórman toe te bulderen: