21 HAAGSCHE EN AMISFOORTSE KEUKKENDANS. Despréaux vergriekschte op Molière’s verzoek de namen van ’s konings lijfartsen. D’Aquin was in 1665 eenvoudig een der acht geneesheeren „servant par quartier”, volgde Guenaut op in 1667 en Valot in 1671. Zie mijn Gvy Patin, Tijdschrift voor Geneeskunde 1886. Helvetius heeft zeer veel geschreven, doch niets van blijvende waarde. Enkele geschriften maakten opgang, o. a. een alchemistiesche verhandeling het gouden kalf is meermalen gedrukt en in verschillende talen overgezet. De breedsprakige titel is Vitulus aureus, quem mundus adorat et orat, in quo tractatur de ra- rissimo naturae miraculo transmutandi metalla, nempe quomodo tota plumbi substantiae, vel intra momentum ex quavis minima lapidis ven philosophici particula in aurum obryzum commutata fuerit Hagae Comitis. Amsterdam 1667. De zin van al dat moois zal blijken uit het verkorte verhaal, dcor den schrijver zeer uit voerig medegedeeld. Hij zegt te gelooven, dat gouden zilver kunnen ontstaan uit kwikzilver, lood en andere z.g. onedele metalen door middel van den steen der wijzen. Toen hij na zijn promotie in de medicijnen zich eenigen tijd in zijn geboorteplaats ophield, misschien practizeerde, schreef hij daar een boekje Ichts aus Ni c hts, te Leiden in 1655 uitgegeven. Uit de opgaaf van het geslacht Schweitzer is den lezer (bl. 13) gebleken, dat J. Fr. nog een jonger broeder had, nl. Andreas Engelhard in 1632, het sterfjaar des vaders, geboren. Hij werd koopman te Köthen en was aldaar de eenige van dien naam. De hocgleeraar Hermann Kopp: die Alchemie in alterer und neuerer Zeit, 2 Th. 8", Heidelberg 1886; zegt in IIS. 380, dat de schrijver van Iets uit niets een andere is als onze Helvetius „mit welchem J. F. H. ein ganz gleichnamiger gleich-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1893 | | pagina 118