28
HAAGSCHE EN AMISFOOETSE KEUKKENDANS.
en sclioone kleederen, (waden) aan te trekken. Zoo
iets moet gezien worden om er van te gruwenhoe
voorzichtig de afleggers of -sters de brandewijnflesch
behandelen en hoe hardhandig zij het lijk sollen bij
het ontwaden, enz. Helvétius nu geeft den raad om
de aan de pest gestorvenen „datelijck sonder veel
roereus in een kist te leggen in dat gewaedt daar sy
in gestorven zijn. Geen muyren schoon te maecken met
kalck, het waer dan een half jaer geschiet [geleden],
na dat dickwils met een flickerend’ vyer-vlam van hout
of peck, de kamer wel uyt-gebrant” is; want „als
noch yetwes Mumialisches van de gestorvene mensch”
was achtergebleven, zou het den gezonden besmetten.
Geen kwaad denkbeeld, mits de apocryfe mumie,
waartegen Paracelsus zoo liefelijk uitvaart, door de
omnipotente microbe wordt vervangen. Elk tijdperk
toch heeft een mode-stokpaard. De schrijver kende zijn
belang en zijn publiek uitnemend en eindigt als toe
passing: Dit is mijn beloofde (Haegse Inwoonderen)
praesent, tot den dienst der krank en, ende tot tijdt-
verdrijf aller nietswetende verachters, die door ’t gheloove
ende niet door kennis van de Medicijne, hare patiënten
tracteren. De God van wetenschappen, gheve ons ghe-
sontheyt, ende tot bekeeringhe van sonden bequaem-
heyt. Amen.”
Als een staaltje hoe weinig begrip men in die dagen
had van het overbrengen van smetstof) moge een enkel
voorbeeld aangehaald worden. Den 4 October 1660
geven burgemeesteren toestemming om kleedingstukken,
enz. op het open veld te doen uitkloppen, luchten en
reinigen en daarna te verkoop en ten behoeve van
het nagelaten kind van Lodewijk Graven en Catharina
Steenhuizen, beide aan de pest overleden.