29
1IAAGSCHE EX AMISFOOKTSE KRUKKENDANS.
De man, die „den Mens curierd van alle pijn",
schreef ook over de kunst om uit de gelaatstrekken
der menschen hun karakter en toekomst te leeren
kennen. Zelfs zijn laatste werk, in zijn sterfjaar ver
schenen, bewijst dat hij niet veranderd was met den
leeftijd, tenzij het dooréén haspelen van godsdienst,
wijsbegeerte, geneeskunst, alchemie e. z. m. als teekenen
van kindschheid gelden. Hij kon dan ook geen uitgever
vinden en door zelfliefde verblind, ging het voor eigen
rekening ter perse. De onmogelijke titel, in het latijn
gesteld, zou doen denken dat de inhoud eveneens in
die taal is geschreven, wat echter het geval niet is
en het bewijs levert, dat de oude Zwetser voorden
jongen niet onderdoet. Het werk heet: „Monarchia
arcanorum theo-sophica et phisico-medica contra pseudo-
philosophiam, sive nigromantiam spino-cartesianam, de
invisibilibus visibilibus; tam coelestibus credibilibus,
quam terrestribus rationalibus, Johannis Frederici Hel-
vetii. In ’s Gravenhage. Gedrukt voor den Auteur By
Gillis van Limburg 1709.” 8°. 92 en 354 bl. Opge
dragen aan inr Ant. Heinsius, „raedtpensionaris en groot
zegelbewaarder van Hollant en Westvrieslandt enz.
De voorrede is geteekendAnno Miraculorum Trinitatis
1709 in Templo verae christi Religionis primo Januarii.
Het werk bevat o. a. „Twee missiven aen des zelfs
zoon A. E. Helvetius, lyf-medicus van syn K. H. den
hertog van Orleans. Over de Chymia en Alchymia.”
Zij beslaan juist honderd bladzijden. De eerste is ge-
dagteekend: „1 Augs 1709, Hage.” De tweede is niet
gedateerd. Dan komt ten tooneele des Autheurs doot-
kist” en tot besluit een „epitaphium”, d. i. een bloemrijk
grafschrift vol zelfverheffing en eigenwaan. Treurig
Maar wij zijn er nog niet; de apotheose volgt als