36
VERMEENDE AANSLAG OP HET LEVEN, ENZ.
Zooeeven ontvange Ik nevengaand billet J) van
den Heere Fiscael Vosmaer, welke Ik te rugge ver
was het niet quaat de Hoofdofficier
van zaeken
dat men lette op den gedesigneerde
Dit billet hield waarschijnlijk in het voorstel van den Procureur-
Generaal om den Hoofdofficier van Delft met de zaak in kennis te stellen.
2) De Larrey was de Secretaris van den Erfstadhouder.
zoeke. Misschien
van Delft de Heer de Rook openinge
te geeven en
apotheker.
Den volgenden
Stadhouder en
morgen 18 April ontvingen de
de Raad-Pensionaris de mededeeling van
den Procureur-Generaal dat: „de apotheker Oldmans, of
zooals in het door den Heer Vosmaer ontvangen rapport
stond Oudmans, ’smorgens ten 6 uur uit Delft de Haagweg
was opgegaan met eene groene parapluijezijn moeder
zoude een of andere bediening hebben in het huis van
den Heer Larrey 2). Ik meen dat de naam van den
geweezen knegt van den voorigen Apotheker van Haaften,
Oldmans is.”
Toen de Raad-Pensionaris zich, na de ontvangst dezer
mededeeling, te 10‘/o uren naar het Hof begaf, trok een
persoon met groene parapluie, die met haastige schreden
het Plein op en neer liep, zijn bijzondere aandacht.
Deze waarneming achtte hij belangrijk genoeg om den
Procureur-Generaal er mede in kennis te stellen, dezen
te verzoeken den bewusten persoon onmiddellijk te laten
arresteeren en te ondervragen en bij het geringste ver
moeden in hechtenis te nemen. Het bleek echter dat men
zich in dezen persoon had vergist en in weerwil der
ijverigste nasporingen was het den Procureur-Generaal
niet gelukt Oldmans in handen te krijgen.
Een onderzoek door de Prinses van Oranje ingesteld,