63 DE SCHOONE SLAAPSTER. REDACTEUR GEVRAAGD! Noot. Menigeen zal misschien de opmerking maken, dat ’s-Gravenhage zich reeds onder de Grafelijke Regeering ontwikkelde, maar men moet het met een dichterlijke vergelijking nooit zoo nauw nemen, en on twijfelbaar is het toch, dat de grootste bloei of uitbreiding eerst van het Oranjetijdperk dagteekent. De. Prinsen ach, zijn heengevaren, Toch dekt geen sluimring iemands oog, Gods kracht zal Neêrlands kracht bewaren, Dan staat de Oranjezon weer hoog! En thans rust aan uw trouwen boezem Een meisje en eens een jonge bruid, Het is ons dierbaar „Majesteitje,” Het is Oranje’s laatste spruit. Iemand de nodige bekwaamheden hebbende, de Holl. Taal wel verstaande, een cierlijke en aangenaame stijl schrijvende, en in staat zijnde behoorlijke vertaalingen te kunnen doen uit het Fransch, Engelsch en Hoog- duitsch, geneegen zijnde, met primo Januarij a. s. zig te engageeren tot het schrijven en opstellen der ’s Grav. Nederduitsche Courant op favorable conditiën en een zeer goed Tactement, adresseere zig ten spoedigste bij den Courantier Pierre Gosse Junior, op ’t Plein in ’s Gravenhage. (’sGravenhaagsche Ct. van 25 Dec. 1782). Moet gij den naani van Hoofdstad missen, Toch rust een scepter in uw hand, En vorstenglans omstraalt uw slapen, Als Pronkjuweel van Nederland!

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1893 | | pagina 162