67 DE HAAGSC'HE SCHILDEKIJENMUSEA toen van een heeten wijze versterkt, men het van den aan ’t vee, geen halmpje op uit de omgeving in de verte een spiegelend koetje”; beide schijnen van den Haag genomen te zijn en gezicht op de Binkhorst voor te stellen. Ook enkele •details zooals de witte en zwarte koe met de melkster in rood jak bij elkaar, komen overeen. Door een geel vernis verkreeg echter het Londensch stuk een buiten gewoon warmen tint, die den indruk zomerschen namiddag' op voordeelige De uitvoering was zorgvuldig, zooals toen 22 jarigen meester gewoon is. Geen blaadje den boom, geen haartje aan de weide is vergeten. Toch is het kinderachtige, het kleingeestige vermeden en in een zeer beperkt formaat een treffend ware indruk van ons polderland te weeg gebracht. Een oude traditie wil, dat het echtpaar uit Grosve- norhouse, hetwelk Rembrandt in 1647 schilderde, den schilder Nicolaas Berchem en zijne vrouw voorstelt. Deze overlevering, vermoedelijk hier te lande ontstaan toen in de vorige eeuw de portretten onzer groote schilders zeer gezocht waren en gewetenlooze kunst- koopers er zich op toelegden van dezulke van wien geene authentieke, geene gegraveerde portretten vooral, bekend waren, beeltenissen te creeeren, deze overleve ring kan voor de kritiek niet standhouden. Berchem immers was in 1647 een 26 a 27 jarig jongmensch, terwijl ons echtpaar de 50 nadert. Alle veronderstel lingen dus van de vriendschapsbetrekkingen tusschen de beide meesters, ons door Vosmaer zoo smaakvol opgedischt, vallen hierdoor in duigen. Bestaan blijft slechts het feit, dat Rembrandt in deze beeltenissen twee zijner fraaiste portretten uit dit tijdperk zijns levens schiep magistraal en toch zorgvuldig uitgevoerd,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1893 | | pagina 166