115
WAT BE MAGISTRAAT VAK DEN HAAG ENZ.
Schepenen, vinden we slechts eenmaal, op 1 November,
een spoor, 't Gold toen het besteden van een zuigeling
„op woensdage des avonts lestleden inde sydeure van
de Groote Kercke ter vondeling bevonden”, voor 4
gulden ’s maands en een wagen turf eens in’t jaar, aan
Maertjen Willeboorts, huisvrouw van Pieter Jacobsz.
„scoelapper” in de Torenstraat. Zij zal daarvoor gehouden
zijn, /t selve kint te onderhouden gelyck een goede
„vrouw toestaet ende behoort te doen op peyne, indien
„bevonden mochte werden, dat sy tselve nyet en dede
„als naer behoren, dat haer t selve kint sal affgehaelt
„mogen werden sonder tegenspreecken.”
Nog een paar besluiten werden genomen omtrent
finantieele operaties, en vrijstelling van ’t betalen van
verpondingen, maar zij zijn te weinig kenmerkend om hier
vernield te worden.
Op de laatste vergadering van 23 November 1591,
- het zittingjaar was daarmede gesloten, werden
in enkele smalle, kleine bedieningen, voorzien. Zoo
werden benoemd tot meesters van „hart dack’’Cornelis
Pieter Jonasz., en Pieter Dircxsz., timmerman, en tot
Excu-meesters werden genomineerd Jan Koensz. en
Wynant Fredericksz., tot dusver vroetschap.
Tot Fabriekmeesters werden benoemd Lenert Ys-
brantsz. tot dusver vroetschap, en Cornelis Pietersz.
Joenas (reeds tot inr. van 't hart dack benoemd),
terwijl „in de plaetse van Adriaen Aertszn, als gecom-
„mitteerde opte opschryvinge van de genen die hen
„sullen begeven in den echtelicken staete, beneffens
„Joost Jacobsz. Hogenhouck, vroetschap, zal fungeeren
„Heyman Gillisz. Kiggelaer, schepen.”
Door het mededeelen dezer kleine bijzonderheden
valt een eigenaardig licht op de geschiedenis van