Eid. et obseo famul.
125
R. I. P.
Grat. Ergo Carolus
Hoc Monum. posuit.
Bar”'
Per LXV Ann.
de Salts Soglio Majovillae
Joh. Bapt. 1803
Rod. Ant. -|- 1851
Car. Paul. Amarant. N. 1800
Aemil Joh. Bapt. N. 1845
„Een waardige hulde dus van een der leden van dit
„oude geslacht De Salis Soglio Mayenfeldt
„(door haar vermaagschapping met de graven van Sacco-
„Misso, o. a. aan het Huis Habsburg verwant), aan een
„bediende, die bij de familie gedurende 65 jaren trouw
„zijn plichten vervulde.
„Op de voorzijde van den grafsteen verhief zich
„(ik spacieer), een klimmende leeuw, met zijn voor
dooien rustend op het wapenschild der familie de Salis.
„Deze laatste versiering komt mij voor, te hebben
„gediend tot bekroning van een Slotpoort of iets-
„dergelijks; bij den eersten oogopslag toch, was het
„duidelijk waar te nemen, dat dit ornament van ouderen
„datum is, dan den in 1865 geplaatsten grafsteen.
„Hoe groot was evenwel mijne verbazing, toen ik,
„dezer dagen bij toeval weder de begraafplaats be
doekende, den hierboven beschreven Steen (gebroken)
„en van het versiersel gescheiden, op een uithoek van
„’t Kerkhof moest terugvinden.
EEN GEBROKEN, THANS VERDWENEN GEDENKSTEEN.