133
OUD-HOLLAKDSCHE KUNST.
kan
die beide
En de Protestantsclie Kerk, die voor haar Eeredienst
slechts vraagt een spreekgestoelte, goede zitplaatsen,
een doopbekken, een nachtmaalstafel en als ’t kan een
orgel, doch meer niet, zij sloot dan ook in vele dier
kerken, dat priesterkoor of dat transept, of een of meer
der gemeente, het oog meer ziet en meer voedsel voor den
geest aanbrengt dan het oor hoort en kan aan
brengen, het Catholicisme had terecht van
geestesorganen het oog niet uitgesloten, maar zoowel
dit als het oor benut, om tot den kerkbezoeker te spreken.
Het kan zijn, dat de Catholieke Kerk in die 16e eeuw
het doel was voorbijgestreefd, en in plaats van rustig
en eenvoudig te blijven, zooals een waardige tempel
Gods behoort te zijn, in allen deele, te rijk en te schit
terend was geworden, zoodat, deels uit reactie daar
tegen, deels omdat de Hervormde Kerk alhier in dien
tijdin de volheid van haar geloof, alle hulpmiddelen
versmaadde, de kunst bijna geheel uit de Protestantsclie
Kerk werd verbannen, en althans door haar niet als
middel tot opwekking van geloof werd erkend of gebezigd.
Doch de Catholieke Kerk, gebouwd voor de behoeften
van een zoo geheel anderen Eeredienst, zij eigende
zich niet voor dien der Protestantsclie Kerk wat had
deze laatste aan een Priesterkoor, aan een transept of
dwarsschip, aan die zijbeuken door zware pijlers van het
middenschip gescheiden betrekkelijk niets voor een
priesterkoor, had zij, die geen priesters had, geene be
stemming hoegenaamd, en die groote dwarsschepen en
die diepe door massieve zuilen of kolommen gescheiden
zijschepen, zij boden haar te weinig zitplaatsen, van
waar men ongehinderd den spreker, den dominee, kon
zien en kon hooren.