144
OUD-HOLLANDSCHE KUNST.
En toen de stad Groningen er in 1660 eindelijk toe
overging, om op het daarvoor bij haren uitleg aan de
noordzijde in het begin der 17e eeuw bereids gereser
veerde terrein, eene Nieuwe of Noorder-kerk te stichten,
koos ook zij de Noorder-kerk van Amsterdam tot model,
en haar bouwmeester Coenraet Roelofs, Fabricq-Meester
der Provincie, meer schilder dan architect als hij was, hij
wist wel zijn gebouw in allen deele goed te proportionee-
ren, doch ook hij was weder niet genoeg constructeur
om die ongelukkige trekbalken te kunnen missen.
In de jaren 1643 tot 1648 bouwde ook de stad Emden
eene Nieuwe Kerk, zooals blijkt uit het opschrift boven
de beide portalen in de Strasse am Neuen Kirchchofe,
dat boven het Wester-portaal in 't Latijn en boven het
Ooster-portaal in ’t Nederduitsch gesteld, zegt:
Godt
Allene tho Ehren
doer liberale contributie
Deser Stad Borgeren, is dese
Kercke in kommerlijke tijdt des Vaderlats
Gestichtet. de fundamenten daer van gelecht
sijnde in ’t jahr Christi unses Salichmaekers
M. DC. XLIII. dè XXV. Julii. ist werck voltrocken.
Anno DC. XLVIII. den VIII Februarii.
Achitect was
Martin Faber Rhr.
„dog dit heerlijk groote gebouw,” zooals Harkenroth
het noemtwaaraan ter wille der Neue Strasseeen
der kruisarmen, de zuiderarm ontbreekt, is mede eene
J) Zie J. I. Harkenroth. Oostfriesche oorspronkelijkheden, deel I
blz. 130.