158
OUD-HOLLA.NDSCHE KUNST.
De Heer Stalpart toch werd „per blad” betaald, blijkens volgende
rekening van December 1650: „Noch aen rendant voor't grosseren
„en doubleren deser declaratie tot twee in getaele samen groot drye
„hondert vyer-en sestich bladeren tot drye stuvers ’t bladt, cornt liver
,,'t samen de somme van vyer ende vyftich pond twaelf schellingen te
„XL grooten het pondt, dus de voorschreve somme van
De Heer ontvanger had goedgevonden onder de laatste rekeningen
ten laste van het jaar 1650 ook uittebrengen als de zijne:
„Aen rendant sedert drye jaeren lanek veele sorgen ende moeyten
„gehadt, int betaelen van alle de persoonen, die haere huyscn hadden
maar voor rekening der Sociëteit werden door den
Bouwmeester zelven, alle benoodigde materialen in
verschillende steden aangekocht, en die materialen
bewerkt, verwerkt, gesteld of aangebracht, deels in
daghuur, deels bij gedeeltelijke en afzonderlijke aan
bestedingen, gelijk o. m. plaats had met de steenhouw-
werken, met de metsel-werken, met de timmer- en
ijzerwerken, enz
De Ontvanger der Sociëteit, de Heer Pieter Stalpart
van der Wiele, hij was belast met het doen der dage-
Ijjksche betalingen voor vrachten, transporten, leveran
tie!), onkosten, enz. dien opbouw betreffende en met de
wekelijksche betalingen van arbeidsloon en, of van de ver
vallen termijnen en van voorschotten op hetgeen uit
besteed was
In tal van lijvige bpekdeelen, door hem in duplo ge
schreven, vinden wij in keurig staand schrift, rijk aan sier
letters en vanwege de vele krullen, voor oningewijden,
vaak haast onleesbaar, alle uitgaven dien bouw be
treffende uitgebracht, doch hoezeer de Heer Stalpart
uitmuntte in de kunst om van elke bladzijde hoogstens
één vierde gedeelte te benutten en dat ééne vierde
gedeelte nog grootendeels vulde met sierlijke krullen,
hij muntte tevens uit in de kunst om elke uitgave slechts
zoo kort mogelijk toetelichten, en van daar dat die