160 OUD-HOLLANDSCHE KUNST. den opbouw. „goetgevonden te approberen ’tgeen de fabr3. hebben „gedaen ende dat tot het leggen van deselve fundamenten „ende ’tgeen daeraen dependeert sal worden gebruyckt „Bartholomeus van Zyll.” Den 2en Julij 1650 rapporteerde Noorwits „dat hy te Deventer en elders voor ruim 13 duizend gulden hout had gecoft en vroeg en verkreeg hij verlof om het „ten meesten oirbaer te doen sagen'1 en om alsnog binnen Amsterdam aen te coopen een parthye hartsteen en eenige staven ysers, ten dienste van den opbouw. Den 29en September 1650 ging Noorwits naar Amster dam „met ’t oog op ’t incoopen van leyen en sarcken, „daermede de kerck sal werden gedeckt ende beleyt en „om sich te informeren wat prys deHeerenBorgemeesters „ende Regeerders aldaer hebben betaelt voor de leyen „en sarcken aen heurl. Nieuwe kerck verbesicht, ende „voorts sich te transporteren naer Utrecht, omine dien- volgende te contracteren met seecker weduwe ten „meesten dienste van Societeyt”. En toen de ingezetenen van ’s Gravenhage zich bij de Sociëteit er over beklaagden, dat alle materialen van elders werden aangevoerd, is den Contrerolleur Norwits gelast, „de ingesetenen van ’s Gravenhage, „willende eenige materialen leveren tot opbouwinge van „nieuwe kerck tot soo goeden stoffe en pryse als de „buytenluyden, te preferen voor deselve buytenluyden.” Den 17en November 1651 werd besloten: „Engel „Westerwout, Mr. Schrynwerker, versouckende het „schrynwerker-ampt van nieuwe kercke, den suppliant „te houden geprefereert voor alle anderen tot het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1893 | | pagina 262