17G
VAN SYPESTEYN.
JHR.
IN MEMORIAM.
A. J. S. V. R.
’s-Gravenhage, 27 September 1892.
C. A.
Witten, vermeidde hij zich het liefst in de geschiedenis
van dat wijd vermaarde geslacht, dat aan het zijne
verwant was. Scherpzinnig wist hij te combineeren, en
door zijn kennis van het tijdvak duistere punten toe
te lichten of te verklaren. Den Haag en zijne geschiedenis
was om zoo te zeggen in zijn persoon opgegaan. Geen
onderwerp trok hem meer aan dan dat; uren kon hij
u daarmede bezig houden, en was men verbaasd over
zijn stalen geheugen voor data en feiten, nog meer
trok u zijn levendige verhaaltrant, en den tact om
schijnbaar dorre gegevens door anecdoten en herinne
ringen eene aantrekkelijkheid te verleenen welke onweer
staanbaar was
Onze vereeniging meende dan ook, bij hare oprichting
in ’t laatst van 1890, aan Jhr. C. A. Van Sypesteyn,
vóór ieder ander, het werkend lidmaatschap te mogen
aanbieden, dat welwillend werd aanvaard.
Weinig kon Jhr. Van Sypesteyn meer voor ons doen.
Herhaalde ongesteldheden sloopten zijne krachten,
doofden zijn werklust. Niettemin verheugen wij er ons
in zijn naam in onzen naamrol te hebben mogen schrijven,
en het is daarom dan ook, dat we dit In Memoriam
plaatsen als eene, zij het ook geringe, hulde, aan den
eenmaal zoo werkzamen man, aan den geestdriftvollen
medearbeider, wiens groote en kleine geschriften breede
reeksen vormen, die alle zijn naam, zijn lof, zijn roem
zullen blijven verkondigen aan alle Hagenaars en
bewoners van ’s-Gravenhage die hun stad liefhebben,
ook om haar geschiedenis.
Jhr. Van Sypesteyn heeft zijn naam voor eeuwig aan
de geschiedenis der stad verbonden.