5
HET BESTUUR.
er minder dan
en op de algemeene vergaderingen evenmin, als
zeven werkende leden tegenwoordig zijn.
Art. '10. De werkende leden hebben het recht tot introductie
van niet-stadgenooten op de algemeene vergaderingen.
Art. 11. Het bestuur kan deze bepaling opheffen en uitbreiden,
en. tot de leesvergaderingen, ook stadgenoote.n met dames
uitnoodigen.
Art. 12. Ook de werkende leden hebben het recht op de
leesvergaderingen, ieder twee dames mede te brengen.
Art. 13. Het stemmen over personen geschiedt met gesloten
briefjesover zaken kan mondeling gestemd worden, tenzij een
der leden het tegendeel verzoekt.
Art. 14. Bij staking van stemmen over personen beslist het
lot, en over zaken de voorzitter of zijn plaatsvervanger.
Art. 15. Werkende en correspondeerende leden eenmaal be
noemd, en voor het lidmaatschap terstond, of later bedankt
hebbende, kunnen later niet meer voor dat lidmaatschap in
aanmerking komen.
Art. 16. Slechts éénmaal ’sjaars worden werkende, correspon
deerende- of eereleden benoemddit geschiedt op de bestuursver
gadering, voorafgaande de le algemeene vergadering van het jaar.
Art. 17. Het boekjaar loopt van 1 Januari tot 31 December.
Art. 18. Tot het nazien der rekening worden in de laatste te
houden algemeene vergadering door het bestuur vier leden, geen
lid van het bestuur zijnde, uitgenoodigd, uit de werkende en
buitengewone leden te kiezen.
Art. 19. Dit huishoudelijk reglement, gegrondvest op de Sta
tuten der vereeniging «.die Haghe». treedt in werking, onmiddellijk
na de mededeeling ervan op de le algemeene vergadering op
18 April 1891.