22
zamerhand de kern en werden den oorsprong van het tegen
woordige ’s-Gravenhage.
Gedurende de pauze werden door de leden de verschillende
afbeeldingen, platte grondendoorsneden, enz. bezichtigd van
dat paleis, waarmede de wanden der zaal versierd waren. Deze
hadden voor het meerendeel betrekking op de verschillende
verbouwingen die „het kasteel die Haghe” gedurende den looj)
der tijden had ondergaan, vooral in den loop der XlXe eeuw.
Ook waren er eenige afbeeldingen van het Stadhuis te Haar
lem, waarvan het oudste gedeelte, de vestibule, nog een over
blijfsel is van het oude grafelijke slot.
Na de pauze zijne redevoering voortzettende, schetste de heer
Peters hoe het grafelijk kasteel er na den bouw uitzag, welke
veranderingen het heeft ondergaan, en wat er nog van over is.
Met bewondering gewaagde hij van de vroegere kunstige bekap-
ping van de groote zaal,den tegenwoordigen kap rustende op ijzeren
kolommen zeer afkeurende, en zijn leedwezen te kennen gevende,
dat die oude ridderzaal een bestemming heeft gekregen die haar
roemrijk verleden zoo onwaardig is.
Na afloop van deze zoo belangrijke voordracht, zie in dit Jaar
boekje op bladz. 3 e. v., deelde de voorzitter, met een woord
van dank aan den spreker, aan de aanwezigen mede, dat als een
passend vervolg op deze lezing met kunstbeschouwing, door be
middeling van den heer Peters, de leden met hunne dames, op
Zondag daaraanvolgende, de historische gebouwen van het aloude
binnenhof zullen kunnen bezichtigen.
Ingevolge van het besluit op een der bestuursvergaderingen
genomen, werden door de leden met hunne dames op Zaterdag
8 April de toren en de Groote Kerk te ’s-Gravenhage bezichtigd.
Het eerst werd de toren beklommen, onder geleide van de
heeren Volc'ke en de Zwaan, respectievelijk stadsuurwerkmaker
en organist der Groote Kerk en klokkenist.
Voornamelijk trokken de aandacht de groote klokken, het
uurwerk en klokkenspel, en de schoone gezichten en het pano
rama van ’s-Gravenhage, van den bovensten omgang bij de
wijzerplaten, alwaar voldoende ruimte was voor al de aanwezigen.
Een groot gedeelte van de oude spits, die nu door een ijzeren
omhulsel van buiten onzichtbaar is, is nog aanwezig.
Gedurende het verblijf op den toren werden door den heer
de Zwaan eenige muziekstukken op het klokkenspel gespeeld.
Het spelen der volksliederen gaf den voorzitter aanleiding om
vóór het naar beneden gaan, bij den dank, die hij aan de