3
DE KIDDEBZAAL VAN ?S GKAVENHAGE.
De orkaan stak op met woeste vaart
En beukte ’t strand met wilde golven
Het koestrend licht van onze zon
Lag in ’t gehuil der zee bedolven.
in uw bouw,
alle talen
De Oranjevaan besteeg Uw tin,
Dat teeken onzer hoop en blijheid,
Van vorstelijken ridderzin.
Van Neerlands lieve burgervrijheid.
Gij scheent verjeugdigd i
Toen ’t blijde lied van ah
Van derden Willems wijsheid zong.
Van Hollands grootste zegepralen.
Als stralende de Oranjezon
Met uwe aloude lijnen speelde,
En al haar zegenenden gloed
Aan Hollands burgers mededeelde.
Maar heerlijk steeg de zegekreet,
Als 't juichend volk aan Uwe voeten
Prins Freerick, onzen vredevorst,
In al zijn adel mocht begroeten
Wat heft Ge fier uw torens op,
Gij, Ridderzaal van Hollands graven
Hoe machtig dreunt om de oude woon
Het trouwe lied van Hollands braven