4
L. J. J. HAGERAATS.
Hef fier Uw beide torens op,
0 Ridderzaal van Hollands graven!
Verkond het recht, verkond den plicht
Van onze vorsten en hun braven.
DE RIDDERZAAL VAN ’s GARVENHAGE
Dien d’eeuwge God hier heeft gevest
Ten zegen onzer vrije mannen
En waar Oranjes zegevaan
En krijg en tweedracht zal verbannen.
Het beeld des vorsten op Uw hof
Zal van uw ouden roem gewagen;
Met riddermoed en burgerrecht
Zal Neêrlands volk den zetel schragen,
’tVerscheen, het brak het donker door;
De Oranjezon straalt als te voren
En speelt met uwe trotsche kap
En dartelt om uw ouden toren.
Toen slaaktet Gij uw droeve klacht
Toen zaagt Ge Hollands glorie kwijnen,
En hoordet ’t dringend smeekend lied:
Laat weer, o God, uw licht verschijnen