10
HET KASTEEL ,,DIE HAGUE.”
regen en de vorst, zoodanige kolonie getierceerd hebben
en binnen zesmaal 12 jaren zoudt gij van zoodanige
kolonie hoogstens nog een Robinson Crusoë hebben
kunnen terugvinden.
Neen, om te worden wat wij geweest zijn, hadden
wij die voorouders, die arme hutbewoners, zooals u ze
geliefde te noemen, noodig, zij toch waren van de specie
waarvan de natuur een volk maakt, dat zij tot een
2000-jarigen of langeren leeftijd bestemd, elke weekere,
meer koestering behoevende specie zou die taak hier
niet hebben kunnen vervullen, zou het hebben afgelegd,
voor die taak was menschelijke graniet-stof noodig,
welnu die graniet-stof was in hen aanwezig en het
resultaat is u bekend, en aan die zelfde graniet-stof
dankt ook gij nog uw beste eigenschappen.
Twee geschied-momenten, ze zijn nu voorbij, de
rivieren zij hebben Holland gevormd, de zee en de wind
saam zij hebben het omduind, dat is het eerste, het
wordings-moment en van uit het oosten steeds
voorttrekkende naar het westen en naar het noord
westen is eindelijk de mensch hier gekomen en heeft
bezit genomen van dat land nog pas gevormd, eerst
pas ter bewoning gereed gekomen, ziedaar het tweede,
het in bezitnemings-, het bewonings-moment.
In welke eeuw, in welk jaar, op welken dag, op
welk uur dit alles plaats had. het staat nergens ge
schreven, de natuur welke in hare oneindigheid de
eeuwen schat als wij de dagen, zij verwaarloosd in
hare aanteekeningen die voor haar zoo onbeduidende
tijdsruimten, waarmede wij uithoofde van onzen korten
levensduur alles afmeten.