17 Vier eeuwen aan een blevèn de Romeinen hier, de veldheeren wisselden, de legioenen wisselden, het z.g. broederschap veranderde in cijns-plicht, de z g. wel willende vriend veranderde maar al te vaak in een inhalige in-bezitnemer van al wat maar bruikbaar geacht werd, doch wat er ook wisselde, de Romeinsche overheersching bleef. Het mag gezegd worden, dat die overheersching voor ons land, voor onze voorouders in de gevolgen is gebleken een weldaad te zijn. Het is waar, menig ossehuid is als schattingsproduct van hier naar Rome gegaan, of onderweg reeds verbruikt voor schoeisel of wapenrusting; het is waar menig boot, menig paard of rund werd gerequireerd en aan zijn bezitter ontnomen, wiens eenigste bezit het wellicht was; het is waar, vele waren de ouders die hun zonen konden beweenen. welke, ’t zij in Italië, 't zij in Klein- Azië, ’t zij in Afrika, ’t zij elders, op posten van gevaar of op posten van eer waren gevallen, doch dat alles neemt niet weg, dat het Romeinsche interregnum ons liet een batig saldo, een ontwikkelings-saldo van beteekenis. Zij, die Romeinen toch, zij leerden ons die geen bouwsteenen bezaten, om van eigen bodem-stof, van eigen klei steenen te bakken, en om van die steenen met behulp van wat kalk en wat zand muren te met selen, bruggen te bouwen, magazijnen daar te stellen en kasteelen te stichten zij leerden ons kanalen graven, dijken opwerpen, rivieren afleiden zij leerden ons de waarde van wetten, de waarde en het gebruik der metalen, zoowel tot ruil- als tot verdedigings-middel, 2 HET KASTEEL „DIE HAGHe”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 135