35
HET KASTEEL „DIE HAGHE.”
tevens nieuwe handelswegen te openen, en vrijdom van
tollen te erlangen, waardoor de nijverheid, de handel
en scheepvaart, en dus de welvaart, in hooge mate be
vorderd werd, t geen natuurlijk hen zelven mede ten
goede kwam.
Door het stichten van kloosters en van abdijen, zoo-
als die te Egmond en te Rijnsburgwelke zij, ten
einde ze te vrijwaren voor het Geestelijk oppergezach
van de Bisschoppen van Utrecht, in de directe bescher
ming der Pausen opdroegen, bevorderden zij de beoe
fening en de verspreiding van wetenschap en van kunst,
en zorgden zij tevens voor een refugium voor die hun
ner familieleden of onderzaten, die in die dagen vooral,
het rustige en het bespiegelende, kalme kloosterleven
verkozen boven het meerendeels nog vrij onrustige en nog
vrij onzekere Maatschappelijke leventrouwens de
kloosters, althans velen dezer, het waren in die dagen,
kerken, scholen, academiën, kunst-ateliers, en werk
en oefen-plaatsen tevens, alwaar men de kundigste en
de begaafdste mannen op theologisch,philosophisch,weten
schappelijk, economisch en kunstgebied bijeenvond het
waren de ontwikkelings-centra, die in voortdurend contact
met andere geestelijke stichtingen derzelfde, of van andere
orden, zoo in- als buitenlands, toen beschikten over
een schat van ervaring, eene ervaring, in eeuwen,
op elk gebied van het weten en van het kunnen op
gedaan.
En opdat eene abdij als die te Egmond. zich geheel
en al aan die taak, ontwikkeling van al wat ontwik
keling zocht of behoefde, kon en zou wijden, begif
tigden zij, de Graven, haar met tal van bezittingen,
met tal van privilegiën en met kostbare handschriften,
en zoo werd deze abdij, de belangrijkste en de nuttigste