39
HET KASTEEL -DIE HAGHE.
En zoo zien wij onze Graven, vergezeld van eenige
Edelen en van hunnen Secretaris of Clerc, jaarlijks hunne
Landstreken, hunne hoeven en de steden eens, en vele
dezer, zelfs meermalen, bezoeken, en aldaar, terwijl het
gezach van hun vertegenwoordiger, den Drost of Baljuw
zoolang geschorst werd, in persoon de vierschaar
spannen en alles regelen wat ter voorkoming van ge
schillen, ter water-fceering en ter bevordering of voor
de veiligheid van den handel noodig, nuttig of ge-
wenscht was.
Uit de verschillende, nu nog aanwezige oude stukken,
onze oorkonden, als daar zijn, de handvesten, de keuren,
de verdragen, de gift- of gunst-brieven der Graven, die
alle niet alleen den dag maar ook de plaats hunner onder-
zich met hunne klachten, wenschen en begeerten on
middellijk tot hen te kunnen wenden.
Dit eigenaardige gebruik, één der wijze instellingen
nog van Karei den Groote, het bleef van kracht, ook
toen de Graven in plaats van ambtenaren des Keizers
diens Vasallen geworden waren, en als zoodanig zich
van lieverlede onafhankelijk,zich zelven als Landsheer, en
de inwoners als hunne onderdanen gingen beschouwen
toen vooral, was het in hooge mate nuttig om zich in
persoon te overtuigen van de belangen en van de be
hoeften der landzaten, en om niet alleen in hoogste
instantie, maar tevens om op gezette tijden overal in
persoon recht te komen spreken, zich zelven met eigen
oogen te vergewissen van de veiligheid en toestand
des lands, van de houding hunner onder-vasallen, toe
zicht te houden op eigen bezittingen of stichtingen en
de opbrengst der tienden of beden te bevorderen of
in ontvangst te komen nemen.