41 HET KASTEEL „DIE HAGHE.” Aldus was ten jare 1341 Jan Pont, een aanzienlijk poorter en schepen, ’s Gravenwaerd tot Aemstelredamme, en tevens voorschieter van ghereeden gelde’’ als 'sGraven beursledig mocht zijn, eene kwaal, waaraan die beurs nog al eens lijdende was. Te Rotterdam was het huis van Jan Pieterszoon, ’s Graven Herberg, te Schiedam was zekere Reinout ’s Gravenwaerd, te Dordrecht was het huis van Henegouwen in de Voorstraat, de Gravelijke Herberg, welk huis eerst in 1883 is gesloopt; te Alkmaar had Willem de IIe zich in 1252 „digt bij „’t waeter van de Miendt, een Huijs doen stigten tot „zijner Herberge, als hij zich ter Stede zou bevinden.” In andere steden echter bezat de Graaf een kasteel, waar hij Hof hield, als hij ter plaatse was, hoezeer wij ons van zoodanige kasteelen geene al te groote voor stelling mogen maken, want men woonde in de 11?, 12?- en 13e eeuw op hoogst bescheiden voet, en meer dan één Grafelijk kasteel dier dagen, zou door menig uwer voor eigen gebruik zelfs, werkelijk ten eenenmale onbewoonbaar zijn verklaard, zoo weinig ruimte en vooral zoo weinig comfort bood het aan. Met uitzondering van het huis des Graven, ja menig maal zelfs met inbegrip van dit, werd alles toen nog van hout gebouwd, en de daken gedekt met stroo of met riet of zelfs met graszodenslechts zeldzaam nog zijn ze gedekt met houten leien of scaliën. Alléén de gevangenis was overal van steen gebouwd, en wordt dan ook in de litteratuur dier dagen kortweg niet anders dan „de Steen" en de cipier „de Steenbewaarder" genoemd, Johan Veldenaar zegt in zijn kronijk »De Hertog Godevaert stichte in ’t jaer 1071 die stede van Delft, ende hi dede een schoon kasteel bi

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 160