47
en na de eindelijke in-
i de kapel van Karei
van liet jaar 1248 de
HET KASTEEL DIE HAGHE.”
En toen eindelijk de Duitsche Rijksaangelegenheden
hem ten jare 1249 vergunden om een tijdlang naar
Holland te gaan, toen was liet, dat hij besloot om
zich aldaar een kasteel te stichten het opperhoofd der
Duitsche Staten, een Roomsch-Koning en straks een
Duitsch-Keizer waardig, en dicht in de buurt zijner
geboorteplaats Leiden, dicht bij Delft, waar zijne moei
Richardis woonde, en dicht ook bij zijn Hofte’s-Gra-
vezande, en bij het door zijne Moeder gestichte klooster
te Loosduinen, en wel in het „Haghe Houte”. tegenover
het aldaar aan de beek gelegen oud-Grafelijke jacht
huis, koos hij de plaats alwaar dat kasteel zou worden
gebouwd, en van alle zijden werden nu arbeidslieden
en materialen ontboden en met den Paleys-bouw be
gonnen, die slechts door zijn vroegtijdigen dood werd
onderbroken.
Mogen wij onze kroniek-schrijvers gelooven, dan was
het in den winter van het jaar 1249 op 1250, welke
het, dat hij na de belegering
name van Aken, zich daar in
den Grooten op Allerheiligen dag
Keizers-kroon op het hoofd liet zetten, begroet door de
Hertogen, de Graven, de Baronnen en Grooten des
Rijks met de woordenDen grooten en vreedzamen
„Koning zij heil, eer, lang leven en overwinning.”
En in de Keizerlijke Burcht, door Karei den Grooten
gebouwd, was het de eerste November-week van dat
jaar 1248 met het geven van tal van feesten en met
het verleenen van tal van gunstbewijzen, dat de ge
kroonde zijn werk aanvaardde, en zegt Melis Stoke
Hoech draghende was hi en stoute sere, So dat hi hi et
der Heren Here