59 HET KASTEEL gebouwen het midden van „DIE HAGHE. de Grafelijke woonvertrekken, de groote eetzaal, alwaar de Graaf met zijn Gezin en met den Geestelijke die het „Benedicite” uitsprak, zijn maaltijden nuttigde; voorts de kemenaden of slaapvertrekken, de waerderobes, de kinder earner, de joncvrouwen-camer, de cnapen-camer, de clerce-camer, de earner daer men t boeck screef ende waer de groete scriene. stond, dat met yser be sleghen is, en eindelijk de wapen-camer, en onder deze vertrekken bevonden zich de koken, de bottelerie, de taelgerie, de paenterie en hoe zij verder heeten mochten, die vertrekken van huishoudelijken aard en van huis houdelijke bestemming. Terwijl deze groep van het ruime Binnenhof innam, stond noordwaarts daarvan, langs de Vijverzijde, eene tweede doch kleinere groep,met de aan de H. Maagd Maria en aan den apostel Andreas gewijde Hof-Kapeltot hoofdgebouw,en bij, en om die Hof- Kapel, die door een open gang of laube met de Grafe lijke woning verbonden was, eene doopkapel, de priester- woning en voorts de vertrekken, waarin de Graaf zijn hooge gasten deed logeeren, en in aansluiting daarmede of althans dicht daarnevens de castelynie, de woning van den casteleyn van het Hof, die te zorgen had voor het logies der gasten niet enkel, maar tevens het oppertoezicht hield over al de gebouwen, hoven en tuinen, kortom over het Kasteel met al wat daartoe behoorde. En nevens de beide Hoofd-poorten, namelijk bij de Midden-poort, die leidt naar het Voor-Hof, en bij de Hof-poort. die men ter Spuije gaet, waren de verblijven voor de wacht, de schade-borstiers-camer en de arm- borstiers-camer en de portierswoningen, terwijl zich langs de ommuringen de overige dependances bevonden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 178