69
HET GESCHIL OVER HET COMMANDO, ENZ.,
Houtstraat te vertoeven, en dan tevens de inspectie
der afkomende en optrekkende wacht gade te slaan.
Op bedoelden 4 September waren het evenwel niet
alleen de soldaten der Hollandsche en Zwitsersche
gardes, die de aandacht der toeschouwers trokkenop
den hoek van het Plein stond een groepje mannen,
op wie al zeer spoedig veler oog gevestigd was. Het
waren enkele leden van het kortelings opgerichte haagsche
exercitie-genootschap en eenige hunner vrienden en
geestverwanten, die van elders waren overgekomen
allen voorzien van de insignes van hun genootschap,
sommigen zelfs metsabel of degen gewapend.De Hagenaars
waren: de procureur Hartevelt, de twee gebroeders
Arnold, W. van de Pol en P. H. Martens: de vreemde
lingen de makelaar Voogd uit Schiedam, de distillateur
Hartevelt uit Leiden,luitenant der Grenadiers-compagnie
van het exercitiegenootschap aldaar, gekleed in volle
uniformblauwen rok met gouden knoopen en witte
onderkleeding; Drosman, zilversmidsgezel uitVlaardingen,
en de Leidsche studenten Engelke en Hartenroth. Het
was niet te verwonderen, dat zij, aldus openlijk op de
parade verschijnend, opzien baardenwant het exercitie
genootschap was te ’s-Gravenhage alles behalve populair:
de schutterij had zich zooveel zij konde tegen de
oprichting verzet, en de meerendeels prinsgezinde burgerij
ergerde zich er in. dat de clubisten, als zij in hunne
uniform gekleed waren, geen oranje kokarde aan den
hoed droegen.
De stemming van het publiek uitte zich gedurende
de parade in menige aardigheid, die den genoot
schappers in het voorbijgaan werd toegevoegdvooral
de uniform van Hartevelt was het doelwit van talrijke
schimpscheuten, waarbij zich boven anderen een paar